Wet Werk en Zekerheid: ontslagroute UWV

Vanaf 1 juli 2015 heeft de werkgever niet meer de mogelijkheid om voor ontslagzaken te kiezen voor het UWV of de kantonrechter maar is de route dwingend in de wet vastgelegd. De door de werkgever te bewandelen route is afhankelijk van de ontslagreden. De wetgever heeft met de WWZ tot doel de voorheen bestaande verschillende uitkomsten van de routes zoveel mogelijk gelijk te trekken.

Een werkgever die de arbeidsovereenkomst wil opzeggen heeft daarvoor een redelijke grond nodig. Bovendien moet herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing in een andere passende functie niet mogelijk zijn of niet in de rede liggen.

Het UWV neemt alleen nog ontslagzaken in behandeling die gegrond zijn op:

–          Bedrijfseconomische redenen

–          Langdurige ziekte (langer dan twee jaar)

Bedrijfseconomische redenen

Een redelijke grond is het vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of het over een toekomstige periode van 26 weken bezien, noodzakelijkerwijs vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering.

Het Ministerie van SZW heeft met de Ontslagregeling (besluit van 23 april 2015) nadere regels gesteld met betrekking tot de redelijke grond voor opzegging, de herplaatsing van de werknemer en de redelijke termijn, waarbij onderscheid kan worden gemaakt naar categorieën werknemers. In die regeling zijn ook regel opgenomen voor het bepalen van de volgorde van opzegging bij het vervallen van arbeidsplaatsen.

Bij cao kunnen andere regels worden gesteld voor het bepalen van de volgorde van opzegging bij het vervallen van arbeidsplaatsen. Bij een bij cao te bepalen – van de werkgever onafhankelijke en onpartijdige – commissie (cao-ontslagadviescommissie) zal dan de werkgever het verzoek moeten indienen.

Toestemming voor het opzeggen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op grond van bedrijfseconomische redenen wordt slechts verleend indien de werkgever eerst de arbeidsrelaties van de personen – werkzaam op een arbeidsplaats die komt te vervallen – die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, een oproepovereenkomst of inleenovereenkomst, heeft beëindigd.

De toestemming voor de opzegging is 4 weken geldig na dagtekening van de beslissing. De werkgever moet schriftelijk opzeggen onder vermelding van de reden van de opzegging. Opzeggen geschiedt tegen het einde van de maand. De werkgever moet bij het opzeggen rekening houden met de wettelijke opzegtermijn of met de afwijkende contractuele- of cao-opzegtermijn.

De termijn van opzegging wordt verkort met de duur van de periode gelegen tussen de datum waarop het volledige verzoek door het UWV is ontvangen en de dagtekening van de beslissing van het UWV. De resterende opzegtermijn moet ten minste één maand bedragen.

Gerelateerd

Mark Uilhoorn genomineerd voor: ‘beste arbeidsrecht artikel 2019’

Bagatel delicten: zonder toestemming meenemen van zaken van geringe waarde. Reden voor ontslag op staande voet.