‘Wakker worden!’ Hoge Raad maakt einde aan slapend dienstverband.

Veel werkgevers houden arbeidsongeschikte werknemers na afloop van de periode dat het loon tijdens ziekte doorbetaald moet worden – minimaal 2 jaar – op de loonlijst. Werkgevers doen dat veelal met het argument dat zij, na deze lange periode het loon te hebben doorbetaald zonder dat daar een arbeidsprestatie van de werknemer tegenover heeft gestaan, niet ook nog eens een beëindigingsvergoeding willen of kunnen betalen om afscheid van de werknemer te nemen.

Met de uitspraak van 8 november 2019 heeft de Hoge Raad aan die praktijk een einde gemaakt. Werknemers die minimaal 2 jaar arbeidsongeschikt zijn, kunnen hun werkgever verzoeken om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen onder het voldoen van de transitievergoeding. Als er een reële kans is op re-integratie hoeft de werkgever aan dat verzoek geen gevolg te geven. Het bijna bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is geen gerechtvaardigd belang voor de werkgever om niet mee te werken.

Het argument van de werkgever dat er geen financiële middelen zijn om de transitievergoeding te betalen gaat ook niet op. Immers heeft de wetgever speciaal voor deze gevallen een compensatieregeling in het leven geroepen. Vanaf 1 april 2020 kunnen werkgevers bij het UWV een verzoek voor compensatie indienen. Deze compensatieregeling geldt met terugwerkende kracht voor gevallen vanaf 1 juli 2015.

Voor vragen over slapende dienstverbanden en de compensatieregeling kunt u contact met mij opnemen. Aan werkgeverszijde bestaat nog wel enige onduidelijkheid over de compensatieregeling. Het UWV zal waarschijnlijk nog met een verduidelijking van de compensatieregeling komen.

Hoe zat het ook al weer? Onder de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (van 1 januari 1999 tot 1 januari/juli 2015) kon een werkgever vaak zonder vergoeding afscheid nemen van een werknemer die al 2 jaar arbeidsongeschikt was. Met de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) is per 1 juli 2015 vastgelegd dat een werkgever aan een werknemer een transitievergoeding verschuldigd is. Voorwaarden zijn o.a. dat de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en de werkgever de arbeidsovereenkomst opzegt of door de rechter laat ontbinden.

In het geval de werkgever en de werknemer een vaststellingsovereenkomst ‘einde van de arbeidsovereenkomst’ sluiten, wordt voor de beëindigingsvergoeding aangehaakt bij de in de wet vastgelegde berekening van de transitievergoeding.

Kort gezegd is de berekening van de transitievergoeding 1/3 bruto maandsalaris voor ieder gewerkt dienstjaar over de eerste 10 dienstjaren en vervolgens 1/2 bruto maandsalaris per gewerkt dienstjaar. Voor werknemers ouder dan 50 jaar en met tenminste een 10 jaar durend dienstverband, geldt een gunstigere overgangsregeling, tenzij de werkgever minder dan 25 werknemers in dienst had.

Per 1 januari 2020 treedt de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking. De berekening van de transitievergoeding verruimd voor korte dienstverbanden en versoberd voor langere dienstverbanden, terwijl de overgangsregeling komt te vervallen. Volgens de uitspraak van de Hoge Raad hoeft de transitievergoeding in deze specifieke gevallen niet meer te bedragen dan de transitievergoeding die wordt berekend op de dag ná de dag waarop de werkgever de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid had kunnen kunnen beëindigen. Onder specialisten arbeidsrecht bestaat discussie of de werkgever die de arbeidsovereenkomst beëindigd na 1 januari 2020 de transitievergoeding verschuldigd is berekend op de oude of de nieuwe berekeningswijze.

Voor werkgevers lijkt het raadzaam om vóór 1 januari 2020 – op eigen initiatief – de arbeidsovereenkomst met de werknemer te beëindigen. Hoewel de transitievergoeding dan hoger is, wordt deze gecompenseerd door de overheid. Werknemers doen er ook goed aan om de werkgever vóór 1 januari 2020 te verzoeken om mee te werken aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Gerelateerd

Mark Uilhoorn genomineerd voor: ‘beste arbeidsrecht artikel 2019’

Bagatel delicten: zonder toestemming meenemen van zaken van geringe waarde. Reden voor ontslag op staande voet.